Introductietekst: iBestuur gesprek over digitale kinderrechten
Tijdens het iBestuur 2025 congres mocht ik een panel modereren over digitale kinderrechten onder de titel ‘Verslaafd aan je scherm: schermgebruik en social media’. Onderstaande tekst is de inleiding die ik hier uitsprak.
Welkom bij ons gesprek over schermgebruik en sociale media, met een speciale focus op kinderen! Mijn naam is Wouter Welling, programmadirecteur (interim) bij DigiCampus, een onafhankelijke kennis- en innovatiehub voor de digitale transformatie van de publieke sector. Voor mij is dit onderwerp extra relevant, omdat ik zelf vader ben van drie jonge kinderen van 1, 3 en 5 jaar oud. Ook zij beginnen te ontdekken dat je met een smartphone veel meer kunt doen dan alleen opa en oma bellen.
Kansen en risico’s
In dit gesprek richten we ons op de balans tussen de kansen en risico’s van de digitale wereld voor kinderen. Het is duidelijk dat de digitale wereld kinderen veel mogelijkheden biedt. Ze kunnen contacten onderhouden, toegang krijgen tot allerlei informatie, online spelen en creatief bezig zijn.
Maar, er zijn ook duidelijke risico’s. Onderzoek toont aan dat de digitale omgeving niet altijd gezond is voor kinderen:
- 20% van de Nederlandse kinderen wordt blootgesteld aan schadelijke content.
- 30% van de Nederlandse jongeren vindt dat sociale media een negatief effect heeft op hun zelfbeeld (onderzoek van de Universiteit van Amsterdam).
- 30% van de kinderen kinderen gebruikt een vals 18+ account, waardoor hun gegevens zonder ouderlijke toestemming worden verwerkt en ze geprofileerd worden voor advertenties.
- 50% van de kinderen tussen de 9 en 13 jaar beschouwt zichzelf als verslaafd aan hun telefoon (NOS).
De rollen
We moeten bij dit vraagstuk goed kijken naar verschillende partijen die een rol hebben rond het schermgebruik en sociale media bij kinderen.
Ouders en opvoeders. Zij ervaren vaak weinig vertrouwen in hun eigen kennis en vaardigheden in de digitale wereld. De digitale parallelle wereld voelt voor veel ouders als een onbekend en risicovol gebied waar ze weinig controle over hebben. Bovendien is het lastig om zelf het goede voorbeeld te geven, wat het moeilijk maakt om een gesprek met hun kinderen aan te gaan.
Kinderen daarentegen ervaren dat de fysieke en digitale wereld steeds meer met elkaar verweven zijn. Voor hen is de digitale omgeving een natuurlijk onderdeel van hun leven waar ze vrij zijn.
Professionals zoals jeugdwerkers en docenten hebben net als ouders vaak geen duidelijke aanpak voor het opvoeden in de digitale wereld.
Platforms die apps aanbieden aan kinderen, waarbij we niet willen dat deze schadelijk zijn voor deze kinderen.
De overheid en specifiek de rol van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
Gezien de negatieve effecten van digitale diensten en producten op kinderen, zet de overheid zich in voor een stevig online kinderrechtenbeleid. Dit beleid is gebaseerd op de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de industrie, overheid, maatschappelijke organisaties en gebruikers om een veilige en gezonde digitale omgeving te creëren voor kinderen.
Het beleid volgt drie sporen: wetgeving, beleid en toezicht.
- Wetgeving: BZK werkt onder meer aan de Digital Services Act en de Mediawet.
- Beleid: Dit beleid ondersteunt de industrie bij het ontwikkelen van kindveilige producten en diensten. Voorbeelden hiervan zijn:
- Een kinderrechten impact assessment dat inzicht geeft in de kansen en risico’s van producten en diensten.
- De “Code Kinderrechten Online” die richtlijnen biedt om deze risico’s te verminderen.
- Een “game-check” (in ontwikkeling) die inzicht geeft in verleidingstechnieken binnen games.
- Een campagne gericht op bewustwording bij ouders en kinderen over het gebruik van digitale diensten. Het doel is niet om kinderen weg te houden van deze diensten, maar hen te leren verantwoord om te gaan met de digitale wereld.
In april is ook een Expertise Centrum opgericht, ondergebracht bij het Trimbos Instituut, dat kennis op het gebied van digitalisering en welzijn bundelt en verspreidt.
- Toezicht: BZK is in gesprek met verschillende toezichthouders om het toezicht op de digitale wereld te versterken.
Vele vragen liggen nog open:
Is dit genoeg? En wie pakt welke rol? En in welke mate willen we het vrije open internet dat zich via een scherm aandient (of opdringt) beperken? En hoe pakken we dit op met respect voor wat maatschappelijk acceptabel is?