Weeknotes 24-28 maart 2025

Meerdere mensen die ik hoog heb zitten zijn begonnen met het publiceren van weeknotes (zie Anne, Eelco, Aliza en Kees). Een soort notities die je aan het einde van een week opstelt waarin je open schrijft over wat je gedaan hebt en wat je gedachten daarbij zijn.

Ik geloof in transparantie als middel om samenwerking, kennisdeling en als het meezit vooruitgang te helpen. Dus toen men zei: ‘Wouter, schrijf ook eens weeknotes’, heb ik mezelf daar deze week toe gedwongen. Dat doe ik altijd door er een blok in mijn agenda voor te reserveren. Een van de dingen die overgebleven zijn uit mijn ooit rigoureuze volgen van de GRIP methode (je agenda is je alles).

Feitelijk terugkijken: wat heb ik gedaan?

Om het principe van ‘je agenda is je alles’ even vast te houden een blik op mijn tijdsbesteding deze week. Terugkijkend op mijn werkweek was het:

  • 19,5 uur puur in overleg/meetings zitten
  • 10 uur mail en leestijd (dat blok ik elke dag een uur aan het begin en eind van iedere dag)
  • 7 uur stukken uitwerken, weekbericht voor het Digicampus team sturen en presentaties maken
  • 5 uur onverwachte overleggen over dingen die met spoed er tussendoor kwamen
  • 2 uur deze weeknotes schrijven
  • 2 reizen buiten Den Haag (dinsdag ov naar Rotterdam-Zuid en vrijdag auto naar Amersfoort)
  • 2 avonden een paar uurtjes werk dingen (maandag en dinsdag).


Mislukking: wat heb ik niet gedaan?

Tot slot een mislukte agenda activiteit: mijn leesdag. Ik werk om de week op vrijdag, de andere week is vrijdag papadag met m’n 3 boys. De werk-vrijdag blok ik al een jaar of 5 als ‘leesdag’, waarbij ik in een notitie gedurende de 2 weken aanlopende op die ‘leesdag’ artikelen bewaar om die dag te lezen. Toen ik nog vast op het Ministerie van BZK werkte ging ik wel eens op een verdieping zitten waarvan ik wist dat er op vrijdag niemand zat (dat zijn er veel) om daar in alle rust te lezen, aantekeningen te maken en gedachten uit te werken. Ik merk dat ik hier in mijn huidige rol als programmadirecteur bij Digicampus minder dan ik zou willen aan toe kom. Ik klaag wel eens dat we in een land wonen dat geregeerd wordt door mensen die zichzelf geen tijd gunnen om boeken te lezen en na te denken. Misschien moet ik dat minder doen als ik zelf er ook niet aan toekom.

Wat doe je dan in een week?

Een paar interessante activiteiten die een indruk geven. Veel van mijn werk bij Digicampus bestaat uit het opzetten, verder helpen en richting geven aan GovTech trajecten waar we bij betrokken zijn.

GDI Innovatiestrategie?

Zo was ik deze week betrokken bij het vormgeven van de Digicampus inzet bij de Innovatiestrategie van de Generieke Digitale Infrastructuur van de Digitale Overheid. Bij het opzetten van een dergelijk traject waarbij vele organisaties betrokken zijn help ik de strategie vorm te geven, zorg ik dat de projectmanagers, innovatiebegeleiders en mensen die het gaan doen een (potentieel) goed werkend team worden. Hierbij kijk ik naar de samenwerking, ervaring, kennis en kunde. Daarnaast zorgen we met de opdrachtgevers dat het qua formele afspraken (geld/risico’s/tijdspad/scope) allemaal klopt.

Digitale Autonomie in GovTech Center of Excellence?

Een ander traject dat we aan het verkennen zijn is een samenwerking met AMS en de Gemeente Amsterdam rond digitale autonomie in de tech stack van overheden en hoe het de (schaars aanwezige) wetenschappelijke theorievorming rond het ‘meer autonoom worden als publieke sector partij’ beter bruikbaar ingezet kan worden. Mijn rol hierbij is wederom het vormgeven en creëren van de mogelijkheid om effectief samen te werken hierop met diverse partijen.

Virtuele AI Assistant voor Kamervragen?

Een project waarbij ik zelf actief heb meegedaan is een designsprint die we als Digicampus deden rond het idee van een AI assistent voor het beantwoorden van Kamervragen. Ik heb in mijn tijd als beleidsambtenaar bij het Ministerie van BZK veel Kamervragen beantwoord en een groot deel van de tijd ben je dan bezig met opzoeken wat er eerder door de overheid al geproduceerd is aan informatie over de vragen die door de Kamer gesteld zijn. Dit kost ontzettend veel tijd die je doorbrengt in het zoeken in systemen die niet gemaakt zijn om goed in te kunnen zoeken. Een veilige en verantwoorde AI assistent kan hier mogelijk duizenden ambtenarenuren (en dus belasting) besparen, waarbij we niet de kern van het werk (de uitvoerende macht geeft antwoord aan de volksvertegenwoordiging) van ambtenaren willen automatiseren. Het doel is om slimmer te werken met altijd een mens als eindverantwoordelijke. Het sluit goed aan bij het werk dat JoinSeven met CODI heeft gedaan. We hebben dit vraagstuk benaderd vanuit een project rond arbeidsbesparende technologie dat we doen samen met het I-Partnerschap, de TU Delft faculteit TBM en onze The Hague Tech buren van de startup Alkemio. We hebben een design sprint van 3 dagen gehouden (deze week was de terugblik) onder leiding van Julia Alberga en daarin een prototype opgeleverd. We gaan dit open publiceren, met als bij Digicampus altijd geldend principe dat de kennis transparant door anderen ingezet kan worden.

GovTech Showroom?

Een ander interessant traject waar ik deze week 2 uur aan heb besteed is het Action Learning Project van een groep trainees van DisGover. Ik werd benaderd door een Digicampus collega of ik nog goede ideeën had voor interessante vraagstukken waar een groep trainees voor een periode van 8 maanden telkens 4 uur per week aan kan werken. Ik heb al jaren een notitie (in Apple-notes, waarin ik na wegdoen Evernote mijn externe geheugen heb) waarin ik allemaal ‘ideeën’ neerzet waarvoor misschien ooit het ‘policy window’ (theorie van Kingdon die superleerzaam is) komt. Heeft me al vaak geholpen wanneer iemand vraagt: heb je nog wat goede out-of-the-box ideeën?

In dit Action Learning Project kijken we naar het idee van een GovTech Showroom in Nederland. Meerdere landen hebben rondom hun eGovernment een fysieke plek waar ze het verhaal tonen van hun door digitalisering slimmer gemaakte overheid. Ik kende zelf die van Estland, Denemarken en was ook onder de indruk van hoe de GDS in de UK zich in haar gebouw presenteerde. In Nederland krijgen we ook veel delegaties van overheden vanuit de hele wereld over de vloer en wat we meestal doen is hen in kale vergaderzalen zetten, broodjes kaas met matige koffie geven en dan slideshows tonen over wat we doen. Dit kan slimmer en aansprekender. Zeker voor een van de meest gedigitaliseerde landen ter wereld met een grote GovTech sector.

De trainees gaan, als Action Learning Project, een ontwerp maken voor een aansprekende GovTech showroom in Nederland. Hierbij laat ik ze volledig vrij in de aanpak die ze kiezen en komen ze nu al met hele mooie plannen.

Wat denk ik hierbij?

Naast het praktische doen van taken en het organiseren van het werk van een hoop andere mensen, probeer ik ook genoeg momenten te vinden om na te denken en te twijfelen.

Deze week heb ik me veel bezig gehouden met 2 vragen.

Innovatie opdrachtgeverschap of samenwerking?

De eerste gaat over innovatietrajecten in de publieke sector en de relatie tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. Innovatietrajecten worden traditioneel opgestart met een opdrachtgever (iemand/club met geld die iets wil verbeteren) en opdrachtnemers (iemand/club die iets kan doen). Ik heb het liever over een samenwerking wanneer het over een open innovatievraag gaat waar je mee aan de slag gaat. Meestal wordt het echter in meer of mindere mate toch een opdrachtgever-opdrachtnemer relatie.

Het denken binnen ‘innovatiemensen’ en ‘beleidsmensen’ is echter voor mij soms conflicterend. Dat zit zo. De meeste innovatietheorie gaat volgens een vorm van een innovatie pipeline (funnel) of double diamond design thinking proces, waarbij vooraf het eindproduct of de output niet geheel vaststaat. Lastig in de publieke sector is dat veel beleidsvorming moet gaan volgens de beleidstheorie (zoals volgens het beleidskompas waar beleidsambtenaren mee horen te werken). Dit gaat simpel gezegd uit van een vooraf bedachte theorie van een maatschappelijk probleem > een maatregel/instrument dat ingezet wordt om het probleem aan te pakken (wet/mensen/geld/materiaal) > een output (producten en diensten) > outcome (effect van het beleid).

Het lastige hiermee is dat je als je strikt volgens de beleidstheorie werk vaak vooraf een idee wil hebben van wat precies de output gaat wezen van je beleid. Dit terwijl R&D inzet en innovatieprocessen juist slecht varen bij het sturen op output (producten), omdat je de ‘oplossing’ voor een vraagstuk vooraf niet volledig wil dichttimmeren. Maarja, om belastinggeld in te zetten wil je wel vooraf zo goed mogelijk kunnen verantwoorden wat ermee gaat gebeuren. Beleidslogica en innovatieprocessen wringen. De eerste wil voorspelbaarheid, de tweede vraagt om ruimte. Hoe verenigen we die?

Arbeidsproductiviteit in de publieke sector?

Het tweede vraagstuk waar ik veel over nadacht (op de fiets of onder de douche) is de vraag van arbeidsproductiviteit in de publieke sector (maakte er al eens een podcast over). Je kunt geen nieuwsbronnen rond de publieke sector lezen of het gaat over arbeidsmarktkrapte, niet te vinden goed geschoold IT personeel of achterblijvende arbeidsproductiviteit in de publieke sector.

Bij Digicampus werken we in meerdere onderzoek en innovatie trajecten aan dit vraagstuk vanuit een GovTech blik. Wat mij in het algemeen hier beklijft is dat je slechts over arbeidsproductiviteit en effectiviteit van de inzet van middelen (arbeid of kapitaal) kunt spreken als er een helder doel is waarover de organisatie het eens is (ik luisterde hier een mooie Ezra klein podcast over deze week).

Binnen de private sector is dit vrij simpel omdat je een bepaalde hoeveelheid omzet realiseert met een bepaalde hoeveelheid bedrijfskosten. In de publieke sector is het lastiger, omdat je collectieve doelen dient, die niet per se business waarde (omzet en winst) opleveren, maar ‘publieke waarde’, zoals veiligheid, gelijkheid, welvaart, onderwijs, privacy, vrijheid etc.

Bij de arbeidsmarkt en arbeidsproductiviteit discussie in de publieke sector zie ik weinig de vraag gesteld worden wat nou het doel zou zijn van ofwel dat extra personeel ofwel die extra productiviteit van het personeel. Dit maakt het een onoplosbare discussie, omdat iedereen een ander doel kan hebben met het oplossen van deze vermeende tekorten. Een tekort op een doel dat de één belangrijk vindt (meer controle op proces X) kan een ander compleet overbodig vinden omdat de controle als genoeg wordt gezien of dat proces X misschien wel überhaupt gestopt zou moeten worden. Zonder overeenstemming over het nut van wat je doet lijkt me een discussie over hoe productief en met wie je dat doet vrij zinloos.

Ik denk daarom steeds meer dat je niet over arbeidsproductiviteit en arbeidsmarkttekorten kunt spreken als je niet scherp benoemt wat het doel is van de capaciteit waarmee je je tekort wil vullen of wat je met meer productiviteit beter bereiken. Is complexiteitsreductie of vermindering van taken in de publieke sector niet een minstens zo belangrijke discussie die we momenteel collectief vermijden? Dus misschien niet met meer mensen iets productiever het werk doen, maar wat slimmer nadenken over wat we uberhaupt doen en of dat simpeler kan.

Als je het tot hier gehaald hebt. Dank. Best leuk werk mag ik doen. Volgende week weer een week.